oktober 14, 2024
Te perfect
Misschien ben ik iets te achterdochtig opgevoed voor een plaatje als Bokalen 10. Het perfect gelukkige gezin met op de achtergrond huisje, boompje (beestje?) en dan die prachtige regenboog. Dat moet wel te mooi om waar te zijn, zijn. Waar is het addertje onder het gras?
Bevestiging van het wonder
Het feit is echter dat wonderen bestaan. Alleen al die regenboog die plots aan de hemel verschijnt op een regenachtige dag, is een wonder en brengt een gevoel van hoop in je hart.
Wat ik dan mooi vind aan Bokalen tien is dat de kinderen helemaal niet met dat wonder bezig zijn. Zij zijn lekker aan het spelen of dansen. Kinderen geloven in wonderen en sprookjes en magie. Zij hebben geen bewijs nodig. Het zijn de volwassenen die behoefte hebben aan een teken. Een bevestiging van het wonder.
Mooi is ook hoe door het embleem, wanneer je ervan uitgaat dat Bokalen de seniore levensfase is, wordt benadrukt dat het de oudere meer ervaren volwassenen zijn, die het wonder weer kunnen zien. In zogenoemde ‘elder tales’ sprookjes voor ouderen, gebeurt dit ook. Door zich kinderlijk te gedragen of het kind in zichzelf te vinden wordt de bozerik verslagen of de uitdaging aangegaan.
Maar wat is het wonder dat bevestigd moet worden? Wat mogen volwassenen door de ogen van hun innerlijk kind weer gaan inzien?
De voltooiing van het potentieel
De tiende kaart in een reeks is eigenlijk voorbij voltooiing. Het is de drempel naar het volgende embleem. In de negende kaart wordt de ontwikkeling voltooid. Bokalen aas beloofde een onuitputtelijke innerlijke bron van hoop geloof en liefde. En in negen wordt de laatste stap gezet door in te zien dat die bron altijd aanwezig was, is en zal zijn ongeacht het aantal bokalen. Tien lijkt te willen tonen dat het écht waar is. Dat je in die magische kracht diep van binnen écht mag geloven.
Geloven in jezelf
Dat ik het beeld van Bokalen tien met achterdocht bekijk, zegt vooral veel over mij. Het vertelt over mijn geloof in wonderen en magie en dat het hier nog wel eens aan hapert. Hoewel een groot liefhebber van sprookjes, heb ik het ‘lang en gelukkig´ altijd als iets sprookjesachtig gezien en niet per se voor mij bestemd.
Nu ik, door onder andere te kiezen voor mijn eigen pad, anders naar mijn leven kijk. Kan ik inzien dat ook ik mag geloven in het wonder dat ‘zelf’ heet. Dat ook voor mij wonderlijke ervaringen zijn weggelegd. Dat geloof gaat niet zomaar en niet in één keer voluit. Het schuurt en kriebelt, maar langzaamaan wordt het sterker. Zoals een regenboog ineens heel fel en duidelijk te zien kan zijn.
Geef een reactie